Blog

Deskundige aan het woord: hoe voorkom je tepel-speenverwarring?

09 november 2020

Deskundige aan het woord: hoe voorkom je tepel-speenverwarring?

 Tepel-speenverwarring is een beetje een taboe onder moeders die borstvoeding geven, maar toch wordt er op forums en social media veel over gesproken. De term wordt gebruikt voor een baby die zijn zuigtechniek verloren lijkt nadat hij een speen of een flesje heeft gehad of aan de borst heeft gedronken via een siliconen tepelhoedje.

Maar is het een mythe of bestaat dit fenomeen echt? Hoe kun je het voorkomen, en wat kun je doen als je kleintje er al last van heeft?

Ontevredenheid over de toestroom: de belangrijkste oorzaak van tepel-speenverwarring

Over het algemeen hebben baby's het liefst een regelmatige toestroom van melk, zodat ze gegarandeerd voldoende binnenkrijgen. Sommige baby's zijn erg onrustig of ongeduldig tijdens het borstvoeden. Dat kan zijn omdat ze ontevreden zijn  over de toestroom van de melk, met name als hun moeder te weinig melk heeft.
In die situatie kan het verleidelijk zjin om een flesje kunstvoeding te geven.  De baby merkt dat de melk bij een flesje makkelijker toestroomt en dat er minder uit de borst komt, terwijl hij er harder voor moet werken. Daardoor ontwikkelt hij een voorkeur voor die makkelijkere toestroom en wil hij niet meer aan de borst.
Uiteraard zijn er nog veel meer redenen die kunnen verklaren waarom een baby onrustig is tijdens de borstvoeding. Het klinkt misschien gek, maar het kan ook zijn omdat de toestroom van melk te groot is. Zoals Carole aangeeft:

in geval van twijfel is het altijd goed om een deskundige te raadplegen die de situatie goed kan beoordelen.

Wat moet ik doen als mijn baby niet tevreden is met de hoeveelheid melk die ik geef?

Soms kan het goed zijn om een paar dagen te besteden aan het stimuleren van je melkproductie, als je merkt dat je baby minder dan 6 plasluiers per 24 uur heeft (een eerste duidelijk signaal dat een kind onvoldoende melk binnenkrijgt).
Dat kun je op verschillende manieren doen:
– vaker aanleggen,
– je baby niet meer zoet houden of in slaap laten vallen met een speen, om te voorkomen dat deze de zuigbehoefte van je kleintje vervult,
– een (extra) nachtvoeding toevoegen als je baby al doorslaapt,
– van borst wisselen tijdens een voeding en compressie toepassen zodra de melkstroom vertraagt.
Als je dit een paar dagen volhoudt, neemt je melkproductie over het algemeen toe. Om het proces te versnellen kun je ook gebruikmaken van een kolf.

Hoe weet ik of mijn kind last heeft van tepel-speenverwarring?

De baby weet niet wat hij met de borst aan moet: hij kauwt erop, pakt hem vast, steekt zijn tong niet meer uit om de melk te laten toeschieten en wordt al snel erg onrustig. Hij huilt, lijkt de borst weg te duwen, raakt overstuur en overstrekt zich.
Men gaat er steeds meer vanuit dat een baby die zich zo gedraagt nooit goed heeft kunnen drinken. Sommige baby's weigeren de borst uiteindelijk zelfs compleet.

Let op
Het komt ook regelmatig voor dat baby's zich zo gedragen omdat ze pijn hebben (bijvoorbeeld door spruw of een oorontsteking). Raadpleeg bij twijfel een arts en een lactatiekundige voor verder onderzoek.

Welke alternatieven zijn er als je bang bent dat je baby straks alleen nog uit de fles wil drinken?

Er zijn allerlei situaties waarin een baby niet rechtstreeks aan de borst kan drinken. Bijvoorbeeld wanneer je weer gaat werken of een avond weg bent…
In dat geval kun je prima kolven en de melk op een andere manier geven dan via een flesje:
– met een lepeltje of een spuitje
– middels het zogenaamde Calma®-systeem
– met behulp van een borstvoedingshulpset (vanaf de geboorte)
– uit een tuitbeker (vanaf 4 maanden)
– uit een glas (vanaf 6 maanden).


Hoe kan ik mijn baby helpen om weer aan de borst te drinken als hij dat niet meer lijkt te willen?

Met geduld en doorzettingsvermogen! En vaak ook met goede begeleiding, kun je de zuigtechniek van je baby weer corrigeren.

  1. Begin door geen flesjes en spenen meer te geven.
  2. Geef je kind op andere manieren melk en bied op een rustig moment je borst aan.
  3. Stimuleer je toeschietreflex met de hand of met behulp van een kolf.
  4. Voed je kind in een rustige omgeving, zonder te veel externe prikkels die hem kunnen afleiden, het liefst zelfs in het halfdonker.
  5. Leg je baby zo vaak mogelijk aan (kies voor Biological Nurturing of instinctief voeden, waarbij je comfortabel in een fijne stoel zit, iets achterover leunt en je baby ‘naar het goede adres’ leidt).
  6. Dwing je baby niet. Leg vaak opnieuw aan zonder te wachten tot je kleintje honger heeft.

Bedenk: hoe meer je baby drinkt, hoe meer melk je produceert en hoe makkelijker het voeden zal gaan. Het is een opwaartse spiraal!

Accepteer hulp!

Bij twijfel of problemen kun je altijd een lactatiekundige inschakelen die met oplossingen komt voor jouw specifieke situatie, op basis van de voorgeschiedenis van jou en je baby. Want elke combinatie van moeder en kind is weer anders en vereist een aanpak op maat.

 


Laat een reactie achter

Reacties moeten worden goedgekeurd alvorens deze geplaatst worden.